Wilders heeft naar eigen zeggen het Catshuisoverleg opgeblazen om AOWers een plezier te doen. Nou gun ik iedereen die dat wil een zo vroeg mogelijk pensioen, maar wat als de financiële markten daar anders over denken? Nou zou je een grafiekje met de Nederlandse rente op staatsleningen kunnen hangen boven de Tweede Kamer om ze scherp te houden, maar percentages zijn zo abstract. Om in het thema van AOW te blijven: hoeveel jaar moet de AOW leeftijd omhoog als de rente 1% stijgt*?
De eerste vraag is hoeveel een verhoging van de AOW leeftijd oplevert. Dit artikel pleit dat een verhoging met één jaar, jaarlijks 2 miljard oplevert**. Interessante kanttekening daarbij is dat de AOW al decenia lang minder snel groeit dan de economie, dus dat de relatieve welvaart van AOWers al jaren krimpt en dat ons allen al tientallen miljarden bespaard heeft.
De tweede vraag is hoeveel een renteverhoging van 1% op staatsleningen ons kost. Hoe reken je dat het beste uit? De staatsschuld bedraagt momenteel 405 miljard euro. Als we in één keer over dat hele bedrag 1% extra rente moeten betalen, is dat dus 4 miljard per jaar. Maar omdat we leningen afsluiten met looptijden van bijvoorbeeld 10 jaar, duurt het langer voor we het effect voelen***.
Mijn conclusie: iedere procent rentestijging op onze staatsleningen komt overeen met een toename van de AOW leeftijd met 2 jaar.
We zitten nu op ongeveer 2% en vanaf 7% schijnt sowieso alle hel los te barsten, dus beste ouderen: worst case gaat de AOW per 2015 omhoog naar 76, met dank aan de PVV.
Ik heb er alle vertrouwen in dat de Tweede Kamer de komende week geen rare fratsen uithaalt en dat we het dus kunnen houden op 66 per 2015 (zodat mijn moeder nog net buiten schot blijft).
* = Uiteraard zal zo’n tegenvaller in de praktijk breed gespreid worden over de begroting
** = 3e pagina, waar minister Donner het heeft over €4 miljard bij een verhoging met 2 jaar
*** = Enig puzzelen met deze getalletjes zou een nauwkeuriger antwoord moeten geven, maar volgens deze brief van het Ministerie van Financiën is de gemiddelde looptijd 7 jaar, ofwel pakweg drie kabinetsperiodes.