Inmiddels bevind ik me in down-town Osaka (zie ook nieuwe fotos). Ik heb weer een aantal briljante Japanse oplossingen mogen waarnemen. Docenten hadden tot voor kort de luxe om veel meer vakantiedagen te hebben dan de meeste Japanners. De rest van de amtenaren werd hier jaloers op en als compromis moeten docenten nu ook in de zomer werken. Het enige probleem is alleen dat er geen werk is in de zomer voor ze. Ze zitten dus, althans de enige die ik gesproken heb, weken lang rustig te internetten.
De tweede gaat over vrouwen in Metro’s. Er zijn speciale ‘ladies only’ wagonnen. Vrij vertraald: “Het probleem zit hem niet in de handtastelijke mannen, maar in het feit dat die vrouwen zich tussen hen bevinden.”. Tot slot hebben we nog de omgekeerde waterval (zie foto).
Gister was ik in Kobe waar ze nog een klein stukje van de haven in de toestand hebben gelaten waarin die vlak na de 1995 aardbeving was. Arme Japanners; door de eeuwen heen worden grote steden hier verwoest door oorlogen, branden, aardbevingen, tapijt- en atoombommen. Die avond heb ik de grootste vuurwerk show ter wereld bekeken; vrij aardig allemaal en krankzinnig druk. De terugreis vormde een beetje de laatste druppel die mijn voet, knie en rug konden hebben, dus ik moet even wat rustiger aan doen qua lopen. Nu is dat niet zo moeilijk met 37 graden en hoge luchtvochtigheid en bovendien was het de moeite waard.
Morgen naar Hiroshima en dan nog een dagje naar de Fuji berg. Die laatste ga ik overigens niet beklimmen, ook al schijnt het een unieke ervaring te zijn temidden van duizenden toeristen een berg te beklimmen en ook al schijnt het uitzicht de moeite waard te zijn. Ik heb ook horen zeggen dat de Fuji berg er vooral vanaf een afstand mooi uitziet. Tot slot nog een paar dagen chillen in Tokyo en dan kom ik weer terug, ruim op tijd voor de UIT.